We zijn vrij, maar wie luistert er?

W

Driekwart van zijn leven vocht de vorig jaar gestorven Jaan Kross tegen de Sovjetcensuur. In zijn laatste boek komt de Estse geschiedenis tot leven. 

Jaan Kross,  Luchtfietsen,  

Uit het Ests vertaald door Jesse Niemeijer

NRC-Handelsblad 26 september 2008

De geschiedenis van de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen is hard en somber geweest. Vanaf de achttiende eeuw tot aan de Russische revolutie waren ze deel van het Russische keizerrijk,in 1918 bevochten ze in een korte oorlog hun onafhankelijkheid, van 1918 tot 1939 waren het onafhankelijke staten. In 1939, na het Molotov-Ribbentroppact tussen Duitsland en de Sovjetunie werden ze door de Sovjetunie ingelijfd. In 1941 kwamen de Duitsers en in 1944 weer de Russen, die om de schrik erin te jagen een kleine tien procent van de bevolking naar de Goelag deporteerden. En die tot 1991, toen de Sovjetunie ineenstortte, de lakens bleven uitdelen. Nu is Estland een van de meest succesvolle nieuwe leden van de Europese Unie die binnen afzienbare tijd zijn Este mark door de Euro gaat vervangen.
Wat een dergelijke geschiedenis betekent voor mensen die er midden in zaten is voor ons, in West-Europa, moeilijk voor te stellen. Toen Jaan Kross (1920-2007), Estlands beroemdste schrijver, in de jaren zestig na zijn terugkeer uit het kamp zijn literaire activiteiten begon,  had hij te maken met de sovjetcensuur en kon hij daar natuurlijk niet rechtstreeks over schrijven, daarom koos hij het genre van de historische roman. Estland onder de tsaar was natuurlijk een metafoor voor Estland onder de Sovjets, maar het werd kennelijk geaccepteerd en hij kon  boeken gepubliceerd krijgen als De gek van de tsaar en Het vertrek van professor Martens (van het laatste is onlangs een herdruk verschenen), waarin heel wat harde noten over zowel onderdrukkers als onderdrukten werden gekraakt. In zijn boeken die na de hernieuwde onafhankelijkheid van zijn vaderland zijn geschreven, De kring van Mesmer en het kortgeleden in vertaling verschenen Luchtfietsen, kon hij eindelijk een niet versluierd beeld geven van het leven van zijn generatie, de mensen die omstreeks 1920 zijn geboren en dus al die regimewisselingen met hun volstrekt tegengestelde, elkaar wederzijds uitsluitende ideologieën bewust hebben meegemaakt.  Van Ests nationalist, via communist, nazi, weer communist tot parlementaire democratie, het vereist van een mens een schier bovenmenselijke flexibiliteit. Niet iedereen is opportunistisch genoeg om zonder kleerscheuren uit al deze omwentelingen te komen. Vermalen worden door de raderen der geschiedenis, dat was een heel normaal lot voor miljoenen mensen.

In het centrum van de macht 

Dat geldt in zekere mate voor de hoofdpersoon van luchtfietsen. Ullrich Berends, die in de jaren dertig zijn Duitse naam laat ‘veresten’ tot Ullo Paerand, is een hoogbegaafde jongen met een absoluut geheugen, die echter zijn hele leven door het lot wordt tegengewerkt. Om te beginnen niet door de geschiedenis maar door zijn vader. De eerste jaren van zijn leven zijn onbewolkt. Zijn vader doet goede zaken en het gezin maakt reizen door Europa en verblijft in luxehotels. Hieraan komt al spoedig een eind. Zijn vaders zaken gaan slechter en wanneer de vader dan met een andere vrouw  voor zijn schuldeisers naar het buitenland vlucht, blijven Ullo en zijn moeder in diepe armoede achter. Ullo weet toch het gymnasium af te maken waarbij zijn absolute geheugen en talenknobbel hem goed van pas komen, maar is altijd op zoek naar baantjes om zijn moeder en zichzelf in leven te houden. In de jaren dertig wordt hij door een toeval loopjongen op het bureau van de eerste minister van Estland en komt zo, in een weliswaar nederige functie, in het centrum van de macht terecht. Daar maakt hij van nabij de laatste jaren van de Estse republiek mee, de sovjetintocht in 1939 – waarbij hij omdat geen enkele hooggeplaatste dat wil doen als regeringswaarnemer naar de grens wordt gestuurd – en in 1941 de snelle aftocht van de sovjettroepen en de Duitse bezetting. In de Duitse tijd zit hij bij een verzetsgroep die strijdt voor een vrij en neutraal Estland. Aangrijpend is de passage waarin Ullo, in het korte machtsvacuüm tussen de aftocht van de Duitsers en de intocht van de Russen, als medewerker van de ‘voorlopige regering’ enige uren lang een door hemzelf in zijn beste Engels vertaalde proclamatie over de onafhankelijkheid van Estland voorleest voor de radio, in de hoop dat dit ergens ter wereld zal worden opgepikt. Het mag niet baten. Op de conferentie van Jalta zijn de Baltische landen min of meer stilzwijgend aan Stalin toebedeeld. Het eerste wat de Russen doen is het land zuiveren van al zijn leidinggevenden en opiniemakers. De auteur vermeldt ergens dat de Russen van de ongeveer tachtig ministers en ex-ministers die zich in Estland bevonden er meer dan zeventig hebben gearresteerd. De helft daarvan heeft zijn einde in de Goelag gevonden. Fijntjes laat hij daarop volgen dat de Duitsers bij de bezetting van Nederland slechts één minister hebben gearresteerd die na twee jaar alweer werd vrijgelaten.

Kofferfabriek

Ullo, die samen met zijn vrouw een poging doet te vluchten maar halverwege weer terugkeert en besluit in zijn vaderland te blijven, weet echter ook hier de dans te ontspringen, maar moet hier een hoge prijs voor betalen. Met zijn veelbelovende carrière is het gedaan en ook zijn gedichten moet hij voor zichzelf houden. Hij wordt arbeider in een kofferfabriek waar zijn geheugen en zijn talenknobbel van weinig nut zijn maar waar hij wel in de luwte zit.
Luchtfietsen geeft niet alleen een historisch panorama maar ook het vaak aangrijpende portret van een man zoals er in heel Oost-Europa vele tienduizenden zijn geweest. Iemand wiens leven door omstandigheden buiten zijn schuld ‘een andere bedding’ heeft gekregen, om met de Russische dichteres Anna Achmatova te spreken. Mensen die weten te overleven maar iemand anders worden dan ze waren. En die transformatie is zelden ten goede.
De Nederlandse titel Luchtfietsen is dan ook geen bevredigende vertaling van het Estse Paigallend. Luchtfietsen’ betekent: fantaseren, los van de realiteit staan. Dat is hier allerminst het geval, als er iemand realistisch is dan is het Ullo wel. ‘Gekortwiekt’ zou beter zijn. Nu we het toch over de Nederlandse vertaling hebben, het is jammer dat deze niet wat beter geredigeerd is. In bijna alle transcripties van Russische woorden en namen (en dat zijn er nogal wat) zit wel een fout. En ook het Nederlands is verre van smetteloos. Zo wordt gesproken van ‘gestijfde’ hemden en kom je nog wel eens zinnen als ‘ze was van mijn leeftijd was’ tegen. Jammer, dit boek verdient een zorgvuldiger behandeling. Maar laten deze kleine gebreken niemand weerhouden om het te lezen, want behalve een document humain en een geschiedenisles is het een meeslepende en vaak humoristische roman over een bijzonder mens die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zat.

Over de auteur

Arthur Langeveld