Soldaat Schwejk in de jaren zestig

 

Tsjechische roman van Jiří Křižan

Jiří Křižan: Stille pijn
Vertaald door Kees Merckx

NRC Handelsblad, 28 januari 2000

Als er zoiets bestaat als een typisch Tsjechische roman dan is Stille pijn van Jiří Křižan het wel. De drie hoofdthema’s van de Tsjechische literatuur, te weten het schlemielige Tsjechische leger, de sfeer van het Tsjechische platteland met zijn eigengestookte slivovitsj en zelfgemaakte worstjes, en de politieke onvrijheid zijn ook hier prominent aanwezig, gecompleteerd door een volstrekt libertijnse seksuele moraal die je eveneens vaak bij Tsjechische auteurs tegenkomt.
Absurdisme, melancholie, dreiging en seks, het is een kwartet dat alles in zich heeft voor een boeiende roman, zeker als het zoals hier wordt overgoten door een volstrekt eigen humor. Soldaat Kadavy is een jongere uitgave van de brave soldaat Schwejk, maar dan in de Tsjechische Volksrepubliek in de jaren zestig. Zijn ouders zijn door de communisten doodgeschoten toen hij nog een klein jongetje was en hij is opgevoed door zijn opa, die in een klein dorp woont.
Deze heeft op zijn trouwdag in de tuin van zijn huis een vaatjes slivovitsj begraven met de bedoeling dit vijftig jaar later weer op te graven en dan te genieten van een drank van ongekende kwaliteit. Wanneer echter het moment gekomen is blijkt het vaatje onvindbaar. Het is symbolisch voor de verloren gegane verwachtingen van de oude man. Hij heeft wel gezaaid, maar niets geoogst, met uitzondering van zijn oogappel, zijn kleinzoon, die nu zijn dienstplicht vervuld in het Tsjechische Volksleger.
De absurdistische scènes uit het leger worden afgewisseld met fragmenten over de grootvader. We zien de grootvader niet alleen als de oude en vermoeide man die hij nu is, maar ook als de vechter van vroeger die er voor zijn kleinzoontje, dat als kind van een volksvijand op allerlei manieren werd gediscrimineerd, het beste van wist te maken. Als enige van de klas mag hij niet bij de pioniertjes en moet hij het zonder de bijbehorende rode das stellen. Het groene dasje van opa kan hem uiteraard niet troosten. De grootvader had ooit dromen, al was het maar over dat vaatje slivovitsj, de kleinzoon heeft als ware telg van de naoorlogse generatie in Oost-Europa geen enkele illusie meer. Wat niet wil zeggen dat hij een cynicus is geworden. Hij heeft die heel bepaalde lijdzaamheid ontwikkeld zonder welke je je in de communistische wereld niet staande kon houden.
Stille pijn is het afstandelijke, humoristische en ontroerende relaas van twee geknakte levens als symbool van twee geknakte generaties in een geknakte maatschappij. Bij het lezen van dit boek deed zich iets merkwaardigs voor: ik had vanaf de eerste bladzijde het gevoel dat ik het al eens eerder had gelezen. Dat was vreemd, omdat ik noch van Jiří Křižan noch van het boek Stille pijn ooit had gehoord. Even dacht ik nog dat de Tsjechische literatuur van de laatste decennia aan een zekere inwisselbaarheid begon te leiden toen mij opeens een licht op ging. Het boek was inderdaad niet nieuw voor me. Ik had het vele jaren eerder gelezen, maar dan met een andere titel, een andere auteursnaam en een andere uitgeverij. Alleen de vertaler was dezelfde. Het is in 1976 bij Meulenhoff verschenen als Exercities van Jan Beran. Jan Beran was het pseudoniem van een dissident die in die sombere tijden liever anoniem wenste te blijven. Maar de tijden zijn veranderd, zodat het boek nu is heruitgegeven onder eigen naam en met in één moeite door ook maar een nieuwe titel. Dat is alleen maar toe te juichen, alleen blijft de vraag waarom de uitgever dit niet in het boek heeft vermeld. Alsof hij zich ervoor geneert! Dat is nergens voor nodig, want ook na 23 jaar blijft Stille pijn alias Exercities overeind.

Over de auteur

Arthur Langeveld