Russisch kort, Petroesjevskaja, Tsirulnikov, Narbikova, Jerofejev, Dobytsjin
Ljoedmila Petroesjevskaja: De nacht is aan mij
Vertaald door Anne Stoffel
Michaïl Tsirulnikov: De Kremlinbaby’s
Vertaald door Petra Couvée
Valeriana Narbikova: Echo’s
Vertaald door Jos Vonhoff en Arjen Uijterlinde
Viktor Jerofejev: Labyrint van verdoemde vragen
Vertaald door Arie van der Ent
Leonid Dobytsjin: Ontmoetingen met Liz
Vertaald door Helen Saelman, Arie van der Ent en Jan Timmers
NRC Handelsblad, 21 januari 1994
Ljoedmila Petroesjevskaja liet zich in haar in 1989 in Nederlandse vertaling verschenen verhalenbundel Netten en Strikken kennen als een van de grootste talenten van de huidige Russische literatuur. Het zijn verhalen met een zeer eigen stijl en thematiek. Haar stijl is quasi spreektaalachtig, alsof haar verhalen worden verteld door een van de hak op de tak springende buurvrouw en opvallend was hoe goed en trefzeker Petroesjevskaja dit idioom hanteerde. Het thema was in al haar verhalen ‘de mens is de mens een wolf’. Petroesjevskaja laat deze strijd zich niet afspelen tussen de individuele mens en de maatschappij, staat of KGB of iets dergelijks, maar tussen vrienden, familieleden en collega’s op het werk. Bij het gevecht van een individu tegen een collectief kan het individu nog hopen op enige steun van andere individuen, bij de strijd van individu tegen individu staat hij er alleen voor. Alleen tijdelijke, opportunistische coalities zijn mogelijk.
Zo gaat het ook in De nacht is aan mij. De hoofdpersoon, een vrouw van middelbare leeftijd, is op een gevecht van leven en dood gewikkeld met haar dochter, zoon, schoonzoon en moeder, die het allemaal op haar schaarse goederen, geld en woonruimte hebben voorzien. Als typische Russische moeder voelt zij ondanks haat, wantrouwen en woede ook een nooit verdwijnende moederliefde voor haar ondankbare kroost. Alleen haar oudste kleinzoon van zeven is haar tot troost. En zij hem, denkt ze. Totdat ook die haar ontnomen wordt. Om te zorgen dat het verhaal niet al te larmoyant wordt, laat Petroesjevskaja bij herhaling doorschemeren dat de hoofdpersoon haar eigen moeder ongeveer net zo heeft behandeld als haar kinderen haar nu.
Hoewel De nacht is aan mij een roman heet, is het eerder een lang uitgevallen verhaal. Het gevolg is dat de lezer elke dertig bladzijden even naar adem moet happen voor hij aan de volgende portie ellende kan beginnen. Er zijn geen rustpunten, geen andere verhaallijnen, geen contrasterende personages, geen veranderingen van stijl. Het geheel is daardoor iets minder overtuigend dan Petroesjevskaja’s kortere werk, hoewel het lezen nog dubbel en dwars waard.
Michaïl Tsirulnikov
De Kremlinbaby’s van Michaïl Tsirulnikov is een nieuwe vrucht uit de rijk voorziene gruwelkamer van de oude Sovjet-Unie. Het hoort thuis in de rij memoires en getuigenissen over wat er allemaal mis was in dat nog steeds elke verbeelding tartende land. Tsirulnikov heeft in de jaren veertig en vijftig (dus in de laatste jaren van Stalin) als gynaecoloog gewerkt in een kliniek voor hogergeplaatsten en hun familieleden, een zogenaamde Kremlinkliniek. In dit boek vertelt hij zes anekdotes – verhalen, zoals op de kaft staat, is een te weidse benaming – uit de praktijk
De anekdotes zijn smeuïg. Een van de leukste gaat over een pijnloze bevalling onder hypnose die de autoriteiten aan Koningin Elizabeth van België wilden laten zien. Die bevallingen bestonden in werkelijkheid helemaal niet. Toch moest er eentje getoond worden, en wel morgen. Ten einde raad heeft men een jonge gezonde vrouw naar de kliniek gebracht die de strikte opdracht kreeg tijdens het baren geen kik te geven, op straffe van de vreselijkste dingen. Ze hield zich goed en Elizabeth was diep onder de indruk van de vorderingen van de Sovjetgeneeskunde. De vrouw werd achteraf rijk beloond.
Leuk om te lezen, maar de lezer krijgt wel een beetje weinig waar voor zijn geld. Zes korte case stories, uitgesmeerd over 120 bladzijden met zeer, zeer veel wit. En waar is dat verhaal over de omsingeling door de KGB, die zowel op de achterflap als in de aanbiedingsbrief van de uitgever wordt beloofd? Het staat er niet in.
Narbikova
Valeriana Narbikova is een jonge schrijfster die de laatste jaren enige furore heeft gemaakt. Echo’s is haar tweede boek dat in het Nederlands is vertaald. Helaas is het nogal teleurstellend. Narbikova behoort tot de Russische tak van het postmodernisme, die maar één doel lijkt te hebben: de lezer voor zoveel mogelijk, liefst literaire, raadsels zetten. Het ‘kijk eens hoe belezen en erudiet we zijn’ straalt van elke bladzijde af. Daarbij komt dat het spel met de literatuur dat hier wordt gespeeld – de echo’s uit de titel – louter Russische schrijvers betreft. De lezer die niet uitstekend op de hoogte is van het leven van Poesjkin, niet weet dat d’Anthès degene was die de grote dichter in een duel heeft gedood, en bovendien niet ook over Goemiljov en Zabolotski kan meepraten, kan met dit boek weinig beginnen.
Los van alle literaire toespelingen blijft er weinig van over. Het is het verhaal van het meisje Petja met haar talrijke minnaars en haar zoeken naar de grote liefde, die aan het eind sneuvelt in een duel, gelijk Poesjkin dus. Bovendien staat het boek vol met irrelevante uitweidingen als de volgende over iemand die bij de tandarts zit: ‘Gleb zou nooit sterven van de honger zoals een kangoeroe van wie de tanden zijn versleten, hij kon nieuwe in laten zetten, geen mens zou zonder tanden de hongerdood sterven; mensen sterven door de dood, kangoeroes door de hongerdood, niemand zal een prothese bij een kangoeroe inzetten zolang de kangoeroe geen mens wordt om het zelf te doen, maar wanneer zal dat zijn?’ Enzovoort, enzovoort.
Jerofejev
Ook Viktor Jerofejev is een representant van het Russische postmodernisme, maar wel een interessante, ook al is zijn werk soms te modieus. In de essays van het Labyrint van verdoemde vragen is dat gelukkig niet het geval. Deze essays zijn niet modieus, en ook niet postmodern, trouwens. Het zijn bijna klassieke en van grote eruditie getuigende beschouwingen over de Russische en Franse literatuur: geloof en humanisme bij Dostojevski, het verloren paradijs bij Nabokov, de vrijheid en eenzaamheid van Brodsky, plus nog een aantal beschouwingen over De Sade, Céline, Gogol en Flaubert, Proust en Tolstoj. Vooral de essays over Russische schrijvers zijn meesterwerkjes, waarin Jerofejev een zeer vaste greep heeft op zulke omvangrijke en complexe oeuvres als van Dostojevski, Nabokov en Brodsky.
Dobytsjin
Een van Jerofejevs meest verhelderende essays handelt over een sinds kort weer herontdekte schrijver uit de jaren twintig en dertig, Leonid Dobytsjin. Dobytsjin was nauw verbonden met de door de communisten lange tijd verketterde en vervolgde Formalisten. Hij heeft weinig gepubliceerd. In 1936 heeft hij, nadat hij in het openbaar fel was aangevallen, zelfmoord gepleegd door in de Neva te springen.
In Ontmoetingen met Liz zijn al zijn korte verhalen, 24 in getal, opgenomen. Ze zijn geen gemakkelijke lectuur. Bij eerste lezing zijn de meeste een opeenvolging van schijnbaar onsamenhangende korte alinea’s en losse zinnen en een opeenhoping van personages van wie niet duidelijk is wat ze met elkaar moeten. Het duizelt de lezer van de Katerina Alexandrovna’s, Gavrilova’s, Marja Ivanovna’s en Dasjenka’s die binnen het bestek van enige pagina’s worden geïntroduceerd. Neem het verhaal ‘Graag’, dat nog een van de minst raadselachtige is. Selezjnova is in gedachten bij haar zieke geit als er een gaste langs komt die een andere gast aankondigt. Het blijkt een nette man, tamelijk luxueus gekleed. Tijdens zijn bezoek worden toespelingen op trouwen gemaakt. Maar Selezjnova is in gedachten bij haar geit. De volgende ochtend is het dier dood. Wanneer de vrouw bezig is het kadaver af te voeren komt de gast weer langs, maar Selezjnova besteedt geen aandacht aan hem. ‘Goed. Ik zal u niet langer ophouden. Ik zal wel een vrouw langs sturen om eens te praten.’ ‘Graag’, zei Selezjnova.
Dat is het dan. Dat de vrouw alleen staat, dat de man een niet onbemiddelde weduwnaar is die een nieuwe vrouw zoekt, dat mag de lezer allemaal zelf uitzoeken. En dat is dan nog het eenvoudigste verhaal. Bij Dobytsjin moet elk woord worden gewogen om tot een interpretatie te kunnen komen, die meestal neerkomt op het menselijk tekort in de Russische provinciestad.