Ondanks alles nog steeds verliefd

O

Ivan Klíma: De verliefde koorddanser
Vertaald door Irma Pieper

 NRC Handelsblad, 15 januari 1999

In de kunst bestaat een klein aantal thema’s dat steeds weer terugkomt en waarop eindeloos kan worden gevarieerd. Een daarvan is de eerste liefde. Geen afgezaagder onderwerp dan dat. Van Toergenjev tot Giphart is het onderwerp zo uitgekauwd dat het moeilijk lijkt er nog een originele invalshoek voor te vinden, maar dat verhindert gelukkig niemand er toch weer over te beginnen. Ivan Klíma – geboren in Praag en tijdens het communisme behorend tot de groep dissidenten rondom Havel – heeft aan dit onderwerp in ieder geval vier van zijn mooiste verhalen gewijd, die in De verliefde koorddanser zijn gebundeld. Het geboortejaar van de auteur, 1931, maakt dat zijn eerste liefdes aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en de jaren vlak daarna vallen. In Tsjechoslowakije was dat een roerige periode waarin het land eerst bevrijd werd van de Duitsers, een korte periode van democratie genoot en vervolgens een Russische satellietstaat werd. Daar komt bij dat de ‘ik’ verteller van al deze verhalen een jood is. Hij heeft tezamen met zijn ouders en broer de oorlog overleefd, maar helemaal ongeschonden is hij er natuurlijk niet vanaf gekomen, zo min als de overige personen in de verhalen.
Gewonde personen in een maatschappij die bezig is van de ene nachtmerrie in de andere te geraken, dat belooft weinig vrolijks, maar gelukkig weet Klíma een al te voor de hand liggende somberheid en al te opgelegd pessimisme te vermijden, zoals hij ook elke politieke stellingname vermijdt. De vier verhalen in De verliefde koorddanser zijn, gegeven plaats, tijd en hoofdpersoon, onverwacht licht en mild, en de stijl is ingetogen. Klíma geeft er de voorkeur aan tragische gebeurtenissen bijna terloops te vermelden. De deportatie van een net getrouwde oom en tante wordt in een bijzin afgedaan, net als de arrestatie van de vader – een fanatiek communist – door zijn eigen partijgenoten.
In de eerste twee verhalen is de verteller nog bijna een kind, die in stilte verliefd is en elke glimlach of vriendelijk gebaar van zijn aanbedene interpreteert als een bewijs dat zijn liefde wordt beantwoord. Maar net op het moment dat hij, gesterkt door de voortekenen, zijn liefde wil gaan bekennen gebeurt er iets schokkends. Van het melkmeisje dat hem in het eerste verhaal – tijdens de oorlog in een getto – ineens dagen achter elkaar een driedubbele portie geeft, begeleid door een allerliefste glimlach, krijgt hij even onverwacht weer zijn normale, minimale bekertje begeleid door een strak gezicht. En de jonge, ongelukkig getrouwde vrouw op wie hij als zestienjarige jongen verliefd is, vervult net op het moment dat de jongen moed heeft verzameld om haar zijn liefde te gaan bekennen, in de kamer naast de zijne met hoorbaar genoegen haar echtelijke plichten.

In het derde verhaal, het mooiste, heeft de verteller als student een relatie met een mythomane die bij elk bezoek weer nieuwe verschrikkingen toevoegt aan het verhaal van haar leven. Animeermeisje in bars, eigen baby in de oorlog vermoord, en nu spion voor een duistere figuur die haar chanteert. Zelfs de naam die ze haar vriend geeft blijkt vals. In het laatste verhaal zijn de rollen omgedraaid. Een joods meisje, vriendin van een vriend, raakt verliefd op de verteller op grond van hun gemeenschappelijk lijden in het recente verleden. De ‘ik’ vindt haar fascinerend en ontroerend, maar hij deinst terug voor haar allesverterende passie en houdt de boot af.

Klima is erin geslaagd om de elementen jeugdliefde, Tweede Wereldoorlog, joden en communistische terreur te mengen tot een volkomen natuurlijk geheel, zonder een ogenblik te vervallen tot ranzigheid, sentimentaliteit, moralisme, valse pathos of grove satire. De verliefde koorddanser geeft een prachtig portret van het egocentrisme van de verliefde jongere. Je halve familie kan worden gedeporteerd, je moeder kan bijna gek worden van haar oorlogstrauma’s, je vader door de communisten gevangen gezet, het valt allemaal in het niet bij het verdriet van de verloren jeugdliefde. Op de verliefde jongeren glijdt het leed van de wereld af als water op een eend. Alleen de liefde telt en dat is voor het voortbestaan van de wereld maar het beste ook.

Over de auteur

Arthur Langeveld