Een ongewoon Russisch meisje

E

Alejsandra Marinina: De Stilist, Tsjoezjaja Maska (Andermans liefde), Smert i nemnogo ljoebvi (Dood en een beetje liefde

NRC Handelsblad, 21 november 1997

Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie was het gedaan met de traditionele en hoogdravende literatuur in Rusland. De Boekenmarkt werd overspoeld door buitenlandse lectuur van het minder verheven soort: van Agatha Christie tot driestuiverromannetjes. Maar er gloort weer hoop. Rusland is nu in de ban van Aleksandra Marinina, een schrijver van misdaadromans die van internationale allure kan worden.

Ze drinkt liters sterke koffie per dag, is pas na veertien jaar samenwonen in het huwelijk getreden, heeft geen kinderen, kan niet koken (dat doet haar man meestal), loopt gewoonlijk op sportschoenen en in spijkerbroeken, gebruikt zelden make-up, flirt nooit met haar mannelijke collega’s, werkt dag en nacht, is jurist, weet alles van computers en kent zeven talen, maar heeft desondanks een matig betaalde baan als rechercheur bij de Moskouse politie.
Nee, Anastasia Kamenskaja is geen gewoon Russisch meisje, want die drinken thee, treden in het huwelijk na veertien dagen verkering, krijgen op hun achttiende hun eerste kind, zijn de halve dag aan het flirten met alle aardige mannen die ze maar tegen komen, en willen zeker niet bij de politie werken.
Anastasia, ofNastja zoals ze meestal genoemd wordt, bestaat dan ook niet echt, ze is de hoofdpersoon in talrijke romans van Ruslands populairste schrijfster van dit moment, Aleksandra Marinina.
Pulp, ontspanningslectuur, was nog maar zeven jaar geleden in Rusland een vies woord. Voor de communisten diende het geschreven woord uitsluitend ter lering en was puur vermaak eigenlijk taboe. Natuurlijk werden er wel boeken in het lichtere genre geschreven, van die echte Sovjet romans vol piloten of geologen die tot heil van het vaderland spannende avonturen beleefden, of met agenten van de geheime dienst die buitenlandse spionnen op het spoor waren, maar het leesgenot van deze werken werd niet weinig verstoord door de altijd aanwezige ideologische boodschap. De angst van de autoriteiten voor pure ontspanning ging zo ver dat ook buitenlandse werken in dit genre niet vertaald mochten worden.
Het was dan ook geen wonder dat de Russische bevolking, toen het communisme in 1991 definitief was gevallen, zich massaal op de pulp stortte. Bouqetboekjes, thrillers, detectives, erotische werkjes, het werd allemaal gevreten door het uitgehongerde en leesgrage Russische volk. Bij gebrek aan werken van eigen bodem waren het de eerste jaren uitsluitend vertalingen waarmee de lezer zich moest behelpen. Die lezer vond dat best, want wie leest er niet liever over de vleespotten van Amerika en Europa dan over de ellende in eigen land? Zo langzamerhand zijn echter ook de eigen auteurs begonnen deze lucratieve markt te veroveren. En het succesvolst hierbij lijkt vooralsnog Marina Anatoljeva Aleksejeva, voormalig officier bij de Moskouse politie, die onder haar nom de plume Aleksandra Marinina tot nu toe zeker twaalf romans heeft geproduceerd, waarvan de totale oplage wordt geschat op 6 miljoen exemplaren. Geen boekenstalletje in Rusland is compleet zonder een ruime keuze uit haar oeuvre

Gogol

De kakelbonte kaften van haar boeken – zeer gedecolleteerde dames, barse heren met revolvers, in doodsangst vertrokken gezichten – doen het ergste vrezen voor de inhoud, maar die vrees is ongegrond. Marinina’s boeken vallen niet zozeer op door ongebreidelde sensatiezucht als wel door hun neiging tot moraliseren en beleren. Hoewel Marinina een verfrissend gebrek aan literaire pretenties toont (verfrissend in een land waar elke journalist Gogol probeert te imiteren) is ze in één opzicht een waardig vertegenwoordiger van een belangrijke traditie in de Russische literatuur: de lezer dient niet alleen te worden vermaakt (daar zorgt ze wel degelijk voor, trouwens) maar ook opgevoed, beleerd. De schrijver heeft tot taak zijn half wilde publiek een beetje beschaving bij te brengen, het subtiel te wijzen op de meest elementaire normen en waarden. In Marinina’s geval zijn dat de Westerse, democratische waarden met een licht feministisch tintje, vandaar ook Nastja Kamenskaja’s misschien wat overdreven geëmancipeerde gedrag en haar vaardigheid in zulke ‘mannenzaken’ als computers en logisch redeneren. Een aardig voorbeeld van Marinina’s neiging tot opvoeden is een passage in De Stilist waarin een homoseksueel optreedt. Het is een doodgoeie, brave man die wegens zijn seksuele voorkeuren door zijn familie is verstoten. Maar Marinina acht het dan noodzakelijk haar verhaal te onderbreken en de lezer geduldig bladzijden lang uit te leggen dat homo’s niet per se crimineel zijn, dat homoseksualiteit een heel gewoon verschijnsel is en in alle beschaafde landen van de wereld al lang geaccepteerd, dat een bepaald percentage van de bevolking nou eenmaal zo is en dat dat helemaal niet erg is. Zo’n uiteenzetting is erg sympathiek, hoewel literair gezien minder bevredigend, maar dat lijkt niet Marinina’s grootste zorg. Geheel in de tradities van het negentiende-eeuwse realisme en het twintigste-eeuwse socialistisch-realisme is de boodschap bij haar belangrijker dan de vorm. Afgezien daarvan schrijft ze gewone politieromans waarin de nadruk zeer sterk ligt op het recherchewerk. Haar boeken zijn niet alleen moraliserend maar hebben ook een sterk documentair karakter. We krijgen precies te zien hoe een moordzaak wordt aangepakt en welke hindernissen de arme, onderbetaalde, maar toegewijde en onkreukbare  – van enige corruptie is geen sprake!  – politiemensen moeten overwinnen, van zwijgzame en liegende getuigen tot en met hun eigen superieuren en de pers, die snelle resultaten wensen en de moordenaar eigenlijk al zelf hebben gevonden. De verkeerde natuurlijk, want alleen Kamenskaja en haar team weten wie de echte is, maar ze hebben tijd nodig om dat te bewijzen. Deze tijd krijgen ze in Marinina’s boeken ook volop. Haar boeken zijn dik, minstens vierhonderd pagina’s, en de lezer krijgt bij haar ook fysiek een idee welk een uitputtend geduldwerk een gerechtelijk onderzoek is. Besprekingen met collega’s, nieuwe theorieën, voors en tegens, resultaten van expertises, competentiekwesties met andere afdelingen, verkeerde sporen, ze worden met uitputtende volledigheid over de lezer uitgestort.

Cartier

Hoewel de nadruk valt op het politiewerk, wordt de andere kant, die van de daders ook belicht. Ook hier ziet Marinina kennelijk een taak: voor de lezer een tipje oplichten van de sluier die hangt over het leven van de ‘nieuwe rijken’, de klasse in wier midden de meeste van haar misdaden worden gepleegd. Helaas lijkt ze op dit gebied wat minder ter zake kundig, waardoor ze nogal eens in clichés vervalt. Mannen die hun minnares op een dag in de week een sieraad van Cartier schenken. Zakenlieden die tijdens een etentje in een peperduur restaurant tussen twee gangen door een deal sluiten om een half miljard (!) dollar in een nieuw product te investeren. Verder komt ze niet.
Een ander gebied waarover wij veel vernemen is de uitgeverswereld die in Rusland een Wild- West-wereld is. Wie wil weten hoe uitgevers hun auteurs met een grijpstuiver afschepen en sjoemelen met oplagecijfers om geen auteursrechten en belasting aftroeven dragen, hij leze Andermans masker of De stilist.
Marinina heeft een voorkeur voor seriemoordenaars. Drie, vier, vijf, zelfs negen doden zijn bij haar regel. En de moordenaars zijn uiteraard degenen van wie je dat het minst zou verwachten, brave huisvaders zonder strafblad, maar met een frustratie die in een ver verleden wortelt. Bij Marinina geen platte afrekeningen in het zakenmilieu – wat de meeste moorden in werkelijkheid zijn – maar de trauma’s van verwrongen geesten. Freud is in in Rusland en bij Marinina krijgen we hem in het kwadraat.
Psychologisch mag haar werk dan niet altijd even overtuigend zijn, de belangrijkste vraag is natuurlijk of haar boeken ook spannend zijn. Niet zo spannend als de beste boeken van Le Carré, Forsyth of Sjöwall en Wahlöö zou ik zeggen, maar naast de wat mindere goden als Len Deighton of Ruth Rendell houdt ze zich aardig staande. Haar gebreken, wijdlopigheid en gebrek aan humor, kom je vaker tegen in dit genre. In haar geval worden ze gecompenseerd door een grote kennis van zaken op het terrein van het politiewerk en door een gebrek aan literaire pretentie.
In een recent interview vertelde Marinina dat ze van al haar collega’s Simenon het meest bewondert. Als ze iets meer had van diens beknoptheid en raakheid, dan zou ze een van de betere detectiveschrijvers van onze tijd kunnen worden.

Over de auteur

Arthur Langeveld