Alles draait om het getal

A

 Chlebnikov bereikt duizelingwekkende hoogtes met de taal

Velimir Chlebnikov: Zangezi
Vertaald door Aai Prins

NRC-Handelsblad 27-10-2000

Een nieuwe kunst, liefst in een nieuwe taal, de taal van de toekomst, die niet begrijpelijk was voor de mens van het heden en verleden, maar dat gaf niets, als de mens van de toekomst hem maar begreep – dat was het credo van de futuristen, de Russische avant-garde stroming waartoe onder meer de schilder Malevitsj en de dichter Majakovski behoorden. En ook de meest excentrieke onder de Russische dichters, Velimir Chlebnikov (1885-1922).
Chlebnikov was echter te zeer individualist om in welke stroming dan ook te passen. Zijn twee obsessies – het vinden van de oertaal en het bedenken van de formule van het wereldraadsel – deelde hij in ieder geval met geen van zijn bentgenoten. Deze interesses waren in wezen ook minder op de toekomst dan op het verleden gericht.
Chlebnikov leidde het grootste deel van zijn leven een zwervend bestaan, alleen onder het reizen kon hij zijn gedachten laten dwalen in gebieden die de menselijke geest nog niet had betreden. Vóór hem niet, maar na hem ook niet, want hoe treurig ook, inhoudelijk is zijn oeuvre een doodlopende weg gebleken. De mensen die geloven dat de eerste medeklinker van een woord bepalend is voor de betekenis ervan en dat er een formule te vinden is waaruit de jaartallen van alle belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis zijn af te leiden, vormen nog steeds een minderheid. Zeer groot is Chlebnikovs invloed echter als taalvernieuwer: in zijn taalexperimenten bereikt hij duizelingwekkende hoogtes. Helaas is hij daardoor ook een van de minst vertaalbare Russische dichters.

Zangezi 

Het aantal vertalingen in het Nederlands is wel bijzonder gering en daarom is het goed dat Aai Prins zich heeft gewaagd aan Chlebnikovs laatste grote werk, Zangezi, dat een soort overzicht is van alle belangrijke thema’s uit zijn oeuvre. Het resultaat mag er zijn, de Nederlandse tekst doet in waanzinnigheid en taalkundige vindingrijkheid niet onder voor de Russische.
Zangezi is een soort theaterstuk, bedoeld om gespeeld en voorgedragen te worden, met verschillende rollen en toneelaanwijzingen. De titelheld, de profeet Zangezi, is Chlebnikovs variant van Nietzsche’s Zarathustra. Zangezi zit op een rots, omgeven door kwetterende vogels, goden die onverstaanbare taal uitslaan en door allerlei omstanders die hun commentaar leveren. Drie voorbijgangers duiken op die een flard van Zangezi’s manuscript De tafelen van het lot vinden, ‘die achter een sparrenwortel in een muizennest is blijven steken.’ Hierin verklaart Zangezi de wetten der geschiedenis met de hulp van een aantal formules: ‘Dit is de vergelijking: X = k+n (105+104+115) – (102-(2n-1)11) dagen.’
Zangezi houdt een aantal preken:

Luistert!
Topperds van grauwe bergen.
Waar waters dalwaarts snelden,
Een gesel cascaadt op de klippen
Als grijze slagtandgolven.

In deze tirades worden de taal, de geschiedenis en de kosmos behandeld. Zijn toehoorders lachen hem uit, zij begrijpen niets van zijn woorden. Aan het eind van het werk treden twee personages op die een krantenbericht over Zangezi’s zelfmoord voorlezen. Waarna Zangezi binnenkomt en zegt: Zangezi leeft, het was een flauwe grap.

Taalklanken

Chlebnikov geloofde dat taalklanken op zichzelf een betekenis hebben die afgeleid kan worden uit de betekenis van de woorden die met die klanken beginnen: ‘Ka is de ontmoeting en derhalve stilstand van vele bewegende punten in één onbeweeglijk punt. Vandaar de uiteindelijke betekenis van Ka: kalmte, ketening.’ Zangezi geeft een lange reeks van dergelijke ‘betekenisomschrijvingen’ en ze vormen fascinerende lectuur, evenals verderop Zangezi’s overzicht van de wereldgeschiedenis. ‘Het getal is het ijzerdraad van de wereld.’ Chlebnikov was er vast van overtuigd dat de data en jaartallen van belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de mensheid in een mathematische formule, als de hierboven geciteerde, te vangen waren. Bij monde van Zangezi geeft hij daar, in prachtige poëtische taal, enkele staaltjes van:

De Tataarse gesel week
Door Rusland oostwaarts gevolgd,
Na twee maal drie tot de tiende,
Na de val van Isker.

Hoe merkwaardig en fantastisch Chlebnikovs uitgangspunten ook zijn, de dichter doet in Zangezi zijn uiterste best om ze aan de lezer te verklaren. Zangezi is met dat al een zeer didactische werk. Het gaat de profeet erom zijn ideeën aan het volk duidelijk te maken, maar dat volk reageert als een klas pubers op een leraar die geen orde kan houden. Het maakt grappen, protesteert en laat voortdurend zijn onbegrip blijken. Zangezi is hiermee ook een gedicht over de roepende in de woestijn, over de onbegrepen dichter die Chlebnikov zelf ook was, over de verlosser van een wereld die helemaal niet verlost wil worden. De botte – en vaak humoristische – reacties van het publiek hebben nog een ander effect: ze relativeren Zangezi’s hooggestemde verhalen. Chlebnikov was misschien wel gek, maar toch een te groot kunstenaar om zichzelf 100% serieus te nemen.
Chlebnikov lezen betekent alle lees- en denkconventies die er bewust of onbewust zijn ingeslopen opzij zetten en je door de dichter aan de hand laten meenemen naar een territorium waar slechts hij heerst. Voor de liefhebbers van dergelijke excursies is deze prachtige vertaling van Zangezi een must.

Over de auteur

Arthur Langeveld